Een communautaire vergunning en de gewaarmerkte afschriften zijn vijf jaar geldig. Deze kunnen niet verlengd worden. U vraagt dus elke vijf jaar een nieuwe vergunning en gewaarmerkte afschriften aan. Dit kan vanaf 12 weken voor het verlopen van uw oude vergunning. Bij de aanvraag van een communautaire vergunning moet u minimaal één gewaarmerkt afschrift aanvragen. Deze kunt u desgewenst op een later tijdstip aanvullen.
Om een communautaire vergunning aan te vragen, te wijzigen of om gewaarmerkte afschriften aan te vragen, kunt u gebruik maken van de aanvraagformulieren rechts op deze pagina. Het formulier voor de aanvraag van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) vindt u ook op deze pagina. Om het aanvragen zo eenvoudig mogelijk te maken, kunt u het formulier Benodigde bijlagen aanvraag communautaire vergunning raadplegen.
Let op: Kiwa dient bij uw aanvraag de originele VOG te ontvangen. Een (digitaal) kopie kan niet worden goedgekeurd. Stuur uw aanvraag daarom per post aan Kiwa Register.
Alleen een vervoerder die een vervoersmanager heeft aangewezen, kan in aanmerking komen voor een communautaire vergunning. Een vervoersmanager heeft een reële band met de onderneming en beschikt over de benodigde vakbekwaamheid en is daarnaast diegene die binnen de onderneming permanent en daadwerkelijk leiding geeft over de vervoersactiviteiten. De vervoersmanager beinvloedt de betrouwbaarheid van de vervoerder. Andersom heeft een vervoerder die zich niet aan de wet- en regelgeving houdt, een negatieve invloed op de geschiktheid van de vervoersmanager. Om die reden worden de gegevens van de vervoerder en de vervoersmanager geregistreerd in het nationale sanctieregister, ook wel ERRU genoemd. Meer informatie hierover vindt u op de pagina ERRU.
Er is minimaal één vervoersmanager aanwezig in de onderneming die een natuurlijk persoon is. Dit kan betekenen dat u als ondernemer een dubbelfunctie bekleedt, u bent dan naast ondernemer ook vervoersmanager. Aan de andere kant kan dit ook betekenen dat er in een bedrijf meer dan één vervoersmanager benoemd is.
Als de onderneming niet over de vereiste vakbekwaamheid beschikt, kan een vergunning worden verleend als de onderneming een vervoersmanager aantrekt die wel over de juiste vakbekwaamheid beschikt. Deze derde persoon moet dan wel aan de extra Europese regels voldoen die zijn opgesteld voor een externe vervoersmanager
De externe vervoersmanager moet op basis van een contract gerechtigd zijn om de functie van vervoersmanager namens de onderneming uit te oefenen. Uit het contract komt onmiskenbaar naar voren dat de externe vervoersmanager daadwerkelijk en permanent leiding geeft over de vervoersactiviteiten en ten aanzien van deze activiteiten een volledige volmacht heeft. In dit contract staan ook taken omschreven die de vervoersactiviteiten van de vervoerder omvatten, deze betreffen met name het beheren van het voertuigonderhoud, de controle van de vervoerscontracten en vervoersdocumenten, de basisboekhouding, de toewijzing van diensten aan de bestuurders en voertuigen en de controle van veiligheidsprocedures. Het contract hoeft u niet meer mee te sturen met uw aanvraag, maar het contract moet u wel in bezit hebben. U dient het formulier ‘verklaring inbreng vakbekwaamheid communautaire vergunning’ mee te sturen met uw aanvraag.
Een van de eisen die wordt gesteld aan ondernemers die een communautaire vergunning willen aanvragen is het aantonen van voldoende financiële draagkracht. De vervoerder moet beschikken over een bedrijfskapitaal van minimaal € 9000,- wanneer één voertuig wordt gebruikt en € 5000,- voor ieder volgend voertuig. Zie ter verduidelijking het document Financiële draagkracht.
De vervoerder toont zijn financiële draagkracht aan door het aanleveren van een balans en een toelichting daarop. Deze is voorzien van een verklaring waarin staat dat de waardering van het beschikbare risicodragend vermogen is gebeurd volgens de normen.
De beschikbaarheid van het bedrijfskapitaal kan uitsluitend worden aangetoond met een gedetailleerde openingsbalans met toelichting en een daarbij behorende ‘Verklaring inzake het minimaal aanwezige risicodragend kapitaal’. Deze moeten zijn opgesteld door een registeraccountant (RA), accountant‐administratieconsulent (AA), of een Nederlandse orde van administratie- en belastingdeskundige (NOAB).
Deze documenten moeten een beschrijving bevatten van de op de openingsbalans opgenomen activa en passiva, onder vermelding van de daarbij toegepaste waarderingsgrondslagen en van het voor de grootte van de onderneming beschikbare risicodragend vermogen.